Wet op de jeugdzorg
Artikel 108
1
Indien de aanvaarding van de rechtspersoon, bedoeld in artikel 302, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek eindigt, gaat met ingang van het tijdstip van de beëindiging elke voogdij die was opgedragen aan die rechtspersoon van rechtswege over op de stichting in de provincie waar de desbetreffende minderjarige duurzaam verblijft.
2
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing indien de aanvaarding van de in artikel 254, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde rechtspersoon eindigt.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.